De achterhaalde dominantietheorie

Lange tijd werd gedacht dat een hond er op uit was om de baas te worden van de roedel. Hoewel de dominantie theorie allang achterhaald is, zijn er nog steeds hondentrainers die hun training hierop gebaseerd hebben. Deze hondentrainers gaan ervan uit dat als je de hond geen duidelijke regels oplegt die de positie van een hond verlagen, je naar alle waarschijnlijkheid problemen gaat krijgen met je hond. Zo jammer, want die angst is echt overbodig en juist handelen vanuit het idee dat een hond jou de baas zal proberen te worden als je je niet aan deze regels houdt, zal er eerder voor zorgen dat een hond onzeker of zelfs angstig wordt, waardoor juist gedragsproblemen zoals agressie (meestal uit zelfverdediging) kunnen ontstaan.

Overigens is het niet zo dat leiderschap niet belangrijk is, want een hond moet natuurlijk wel onder appel staan (mede om zijn eigen veiligheid en die van anderen te waarborgen).

Hoe is de dominantietheorie ontstaan?

Van 1934 tot 1942 heeft een groepje wetenschappers, waaronder Rudolph Schenkel, een groep wolven in gevangenschap bestudeerd. Deze wolven waren geen familie van elkaar zoals in het wild wel het geval is. Wolven in een natuurlijke roedel respecteren elkaar en zijn vredelievend, ze zullen geen gevechten aangaan om een hogere positie te bemachtigen. De natuurlijke roedel werkt samen om te kunnen overleven en niemand is erbij gebaat een lid van de roedel te verwonden. Gevechten binnen een natuurlijke roedel wolven zijn erg zeldzaam.

De door de mens samengestelde groep wolven in gevangenschap vertoonde heel ander gedrag. Dit kwam doordat zij in een veel te klein afgezet gebied met te weinig voedsel werden gehouden. Geen wonder dus dat er gevechten ontstonden.

Teamwork is de sleutel tot een goede band met je hond!

Verreweg de meeste mensen willen graag een goede band met hun hond, want een hond haal je toch in eerste instantie in huis omdat je graag een maatje wilt.

Om een goede band met je hond te creëren is het van belang dat je rustig, respectvol en liefdevol met je hond omgaat. Je hond op zijn rug werpen of hem  in zijn nekvel grijpen en door elkaar schudden is echt uit den boze. Deze manier van omgaan met de ander wordt in een wolvenroedel ook nooit toegepast. Doe je dit wel, dan zal je hond jou gaan zien als een onbetrouwbare leider waar hij bang voor moet zijn. Het is dan ook niet vreemd als je hond zichzelf zal verdedigen door zijn tanden te laten zien of zelfs te bijten. Van nature zijn honden conflict vermijdend. Wanneer je hond bijvoorbeeld van je wegkijkt als je boos op hem bent, probeert je hond op dat moment alleen maar het conflict te vermijden. Helaas denken sommige mensen dat een hond die wegkijkt, brutaal is.

Regels die voortgekomen zijn vanuit de dominantietheorie kunnen losgelaten worden

Tegenwoordig weten de meeste mensen dat het geen kwaad kan als je hond als eerste door de deuropening gaat, eet voordat jij gegeten hebt, als je hond op de bank ligt, etc. Ook weten steeds meer mensen dat het belangrijk is dat je hond ook eens de route mag bepalen en zelf mag weten waar hij graag wil snuffelen, terwijl vroeger werd gedacht dat een eigenaar alles hoorde te bepalen voor de hond, omdat de hond anders de baas zou worden. Het loslaten van regeltjes die gebaseerd zijn op het idee dat een hond de baas zou (willen) worden, zal niet voor rangordeproblemen zorgen.
Gelukkig zijn er steeds minder aanhangers van de dominantietheorie en weten steeds meer mensen hoe belangrijk wederzijds respect en vertrouwen is.

Een goede band met je hond krijg je door samen leuke activiteiten te ondernemen en hem te helpen op momenten dat hij iets moeilijk of spannend vindt. Elke hond is natuurlijk anders en heeft dus andere interesses. Kijk daarom wat er bij jouw hond past: hondensport, (samen) puzzels oplossen, zoekspelletjes, apporteren van een (voer)dummy, speuren, etc. Als je er allebei maar plezier in hebt! Door je hond op een positieve manier te leren wat er van hem verwacht wordt, zal hij het fantastisch vinden om samen te werken. Positief trainen doe je door veel te belonen en hem te laten zien hoe trots je op hem bent. Belonen hoeft niet altijd met snoepjes of brokjes, maar kan ook met een speeltje of door te hem lekker te knuffelen of een enthousiaste aai over zijn kop te geven.